Wat is zijspancross?


Zijspancross is een vorm van motorcross met zijspannen. De crossbanen en het wedstrijdverloop bij de zijspancross zijn hetzelfde als bij de solo-motocross. Dit wil zeggen dat de zijspancombinaties die deelnemen aan een wedstrijd starten op het 'startveld' vanachter het starthek. Nadat het hek is gevallen gaan de deelnemers op weg voor hun wedstrijd op een motorcross baan. Een volwaardige motorcross baan telt tussen de 1500 en 2000 meter is, vanzelfsprekend, onverhard. Het circuit kent verder hindernissen zoals verschillende springbulten  maar soms ook stukken waarin flink omhoog geklommen moet worden, dan wel afgedaald van, een grote heuvel. Zo'n klim of afdaling kan variëren van een kleine 10 meter lang tot aan wel een kleine 100 meter.

 

Een zijspancrosscombinatie wordt bemand door twee personen die beiden moeten zorgen dat het geheel in balans blijft en de bochten en bulten neemt zoals dat zou moeten. De rijder stuurt met het stuur op de motorfiets en de bakkenist moet via zijn gewichtsverplaatsing zorgen voor balans. Dit gebeurt zowel in de lucht als in de bochten. Het is dus niet zomaar meerijden want bakkenisten op topniveau is erg veeleisend, zowel fysiek als mentaal. In de moderne zijspancross waarin de zijspancombinaties qua gewicht steeds verder afnemen ligt de verdeling van het 'sturen' van deze machines op 50/50 qua aandeel door de rijder en de bakkenist. 
Beide hebben dus ongeveer evenveel invloed op de manier hoe de zijspancrossmachine zich beweegt over het crosscircuit.
Zijspancross vergt daarom echt 'teamwork' tussen rijder en bakkenist die elkaar feilloos moeten kunnen aanvoelen om tot de nationale- of wereldtop te behoren.

De bakkenist moet zorgen middels verplaatsing van zijn gewicht dat de zijspancombinatie 
in balans blijft zodat men zo snel mogelijk over de crossbaan kan rijden of zweven na een springbult

 

Het zijspan mag zowel rechts als links gemonteerd zijn. In de basis rijden combinaties uit landen waar het verkeer rechts rijdt, ook met een rechtse bak en vica versa. Vroeger werden vaak tweecilinder viertaktmotoren gemonteerd voor het crosswerk, tegenwoordig meestal opgeboorde 500 cc eencilinder-tweetaktmotoren of speciaal geprepareerde een-cilinder twee-takt motorblokken waarvan de beste blokken een vermogen kunnen leveren van meer dan 100 PK. De laatste jaren echter verschijnen er weer zijspancrossers met viertaktmotoren, vooral van de merken Husaberg en KTM. In 2006 werd er voor het eerst sinds ongeveer 20 jaar weer een mondiale GP-overwinning geboekt door een viertaktmachine. In 2009 werd de comeback van de viertakten bekroond door de Belg Joris Hendrickx, die wereldkampioen werd met behulp van een viertakt-KTM. 
Doch blijven binnen de huidige zijspancross de tweetakt motoren de boventoon voeren. De beste en snelste tweetaktmotoren worden speciaal voor de zijspancross vervaardigd door de firma Zabel. 

GP Duitsland 2011; De Engelsman Brown met een linkse bak 
in gevecht met Rodionov uit Rusland met een rechtse bak

 

 

De zijspanmotocross is ontstaan in België en drong pas echt goed door in de rest van Europa na de Tweede Wereldoorlog. De eerste wedstrijden in Nederland waren echter al voor de Tweede Wereldoorlog op het landgoed "Duinrell" nabij Wassenaar. Tegenwoordig ligt hier een amusementspark. In het jaar 1971 werd het eerste Europese kampioenschap voor de zijspancrossers gehouden, 10 jaar later werd dit gepromoveerd tot het FIM wereldkampioenschap zijspanmotocross. Dit ondanks dat het zijspancross WK zich voornamelijk in Europa afspeelt. Niet dat de sport niet wordt beoefend op andere continenten, er zijn immers ook zijspancrosskampioenschappen in de Verenigde Staten en in Australië.

Een zijspancrosswedstrijd bestaat meestal uit een training, kwalificatie/tijdtraining en 2 heats. Bij een Grand Prix betekent dit bij  32 deelnemers of minder, op zaterdag één oefensessies van 30 minuten, 
een pré-kwalificatietraining van 40 minuten en een kwalificatierace van 20 minuten + 2 ronden. De uitslag van de kwalificatierace bepaalt de rangorde om een plek achter het starthek te kiezen voor de wedstrijden op de zondag. De 31e en 32e plek zijn reserveplekken in het geval dat er een beter gekwalificeerde combinatie niet meer deel kan nemen aan (één van) de heats op de zondag. 
Veel vaker komt het echter voor dat er meer dan 32 teams aanwezig zijn voor een GP. Dan worden de deelnemers in twee groepen opgesplitst. Men rijdt dan in groep A of B. Beide groepen rijden één vrije training van 30 minuten en één pre-kwalificatie van 40 minuten. Vervolgens rijden beide groepen een kwalificatierace van 20 minuten + 2 rondes. Van elke  groep plaatsen de beste 12 deelnemers zich direct. 
De overige zes plaatsen alsmede de twee reserveplekken voor de eigenlijke GP op zondag worden verdeeld in een 'last-chance' kwalificatietraining van 40 minuten op de late zaterdagmiddag. 
Op de zondag is in de morgen nog een warm-up training van 45 minuten. De twee wedstrijden beginnen om 13.30 en 16.00 uur plaatselijke tijd. De beide heats duren 30 minuten en 2 rondes. Aan het einde van de dag heeft degene met de meeste punten, die worden behaald door een zo hoog mogelijke klassering in de heats, de Grand Prix gewonnen. Degene die na alle Grand Prix de meeste punten heeft mag zich Wereldkampioen Zijspanmotorcross noemen. De meest succesvolle coureur in de geschiedenis is de Nederlander Daniël Willemsen, die tot nu toe negen keer wereldkampioen werd.

Daniël Willemsen (nr.1) zweeft door de lucht 
voor de ogen van duizenden toeschouwers bij een GP

 

Kleinere wedstrijden, zoals landskampioenschappen, bestaan uit kortere trainingen en kwalificatietrainingen zodat alles op één dag verreden kan worden. Vaak zijn de heats tijdens andere wedstrijden dan een GP ook korter (bijvoorbeeld 25 min. in plaats van 30 min.)

Het wedstrijdbeeld per (zijspan)cross wedstrijd kan erg veel verschillen doordat motorcrosscircuits, in tegenstelling tot wegracecircuits, verschillende soorten ondergrond kunnen hebben. In Nederland is dit voornamelijk zand  maar in landen als Duitsland en Frankrijk zijn voornamelijk banen met harde grondsoorten. Zijspancrossen in het zand gaat langzamer, maar kan fysiek zwaarder zijn dan het rijden op een harde baan.

Zijspancrossen op een zandbaan levert veel diepe sporen op 
waardoor men langzamer rijdt dan op een hardere ondergrond. 

 

N.B. Dit stuk tekst lijkt bijna dezelfde als het stuk tekst over zijspancross dat op de Nederlandse variant van Wikipedia staat. Dit kan kloppen daar ik deze tekst op de on-line encyclopedie heb neergezet. Bovenstaande is dus niet klakkeloos van iemand anders overgenomen